Research programma

<–

Voorgeschiedenis en inspiratie voor Wetropolis 

Wetropolis is in 2016 gestart als een initiatief van Onno Bokhove en Wout Zweers om met een fysiek model de kloof te overbruggen tussen professionals en wetenschappers aangaande overstromingen en burgers in Leeds UK. Dit leverde de flood demonstrator Wetropolis op. Deze werkte goed en direct werd de vraag gesteld: is dit uit te breiden dan wel over te zetten naar Nederlandse omstandigheden.

Interessant en aanstekelijk was de speelsheid ervan en het enthousiasme van de mensen die het model gebruikten. Tegelijkertijd werden een aantal belangrijke begrippen als buffer, herhalingstijd, meestal vrij abstract, nu in beeld gebracht en voelbaar gemaakt. Deze combinatie is niet voor de hand liggend, modellen zijn vaak of oppervlakkig of erg technisch georienteerd.

Inmiddels is er veel gemodelleerd en geëxperimenteerd met het model. Rond het begrip van extreme neerslagomstandigheden zijn kennis en technieken nu op het niveau om na de denken over outreach voorbij de “proof of concept”.

Een uitgebreid artikel: wetropolis extreme rainfall and flood demonstrator (Bokhove, Kent, Hicks, Zweers, ) is inmiddels hierover gepubliceerd en er is een website voor gemaakt. Wetropolis website github. 

Het concept had veel potentieel om het in te zetten voor voorlichting, participatie en educatie. Dit heeft geleid tot het programma Wetropolis; interactieve modellen voor beter begrip van en dialoog rond waterproblematiek.

Onderzoeksprogramma van Wetropolis

Het onderscheidend ten opzichte van veel andere modellen is de aanraakbaarheid, de interactie en de grondige hydrologische onderbouwing, dit gecombineerd met een zekere speelsheid en directheid.

Op beleidsgebied kan dit werkende model veel bieden om in gesprek te komen of te blijven.

Een bekend gevaar is verlies van vertrouwen in experts. Mensen moeten om met elkaar in dialoog te zijn begrijpen dat ze over hetzelfde spreken (een dialoog voeren). Wanneer vakexpertise noodzakelijk is voor een zuivere dialoog, zal die alleen nog plaatsvinden tussen peers onderling. Hieraan kleven verschillende gevaren. De experts kunnen “schaakblind” raken en belangrijke zaken die niet tot hun expertise behoren over het hoofd zien. En daarnaast en daardoor kan het vertrouwen in vakexperts afkalven. Goed beleid is dus altijd breed gedragen beleid.

Goed beleid is transparant en vatbaar voor kritiek. Voor vakexperts houdt deze beleidsuitdaging toenemend in dat zij moeten investeren in “outreach”, in het begrijpelijk maken van hun expertise voor het brede publiek. Niet alleen omdat het publiek daardoor beter geinformeerd wordt, maar ook opdat de experts opnieuw in dialoog raken met het publiek.

Wetropolis is precies vanuit die outreach gedachte op gang gekomen.

voor ruimtelijke maatregelen bestaat er geen beter gereedschap om de dialoog democratisch te maken dan aanschouwelijke modellen en maquettes die alle stakeholders in vorm en functie begrijpen. foto bron: ITC Universiteit Twente In 2015 gestart als een initiatief om met fysieke modellen de kloof te overbruggen tussen klimaatwetenschappers en burgers in het begrip van extreme neerslagomstandigheden, zijn kennis en technieken nu op het niveau om na de denken over outreach voorbij de “proof of concept”.
Burgers in uit Yorkshire die eerder werden getroffen door wateroverlast zijn zeer geinteresseerd in het Wetropolis model dat verklaart wat er gebeurd is en hoe dat mogelijk was.

Klimaatadaptatie maatregelen bespreken

Wetropolis heeft als doelstelling om in Nederlandse gemeenten de stakeholders te ondersteunen in de beleidsdialoog over klimaatadaptatie.

Die dialoog wordt toenemend belangrijk doordat weersomstandigheden sneller onvoorspelbaarder worden en combinatie effecten vaker optreden met grotere gevolgen.

Nederland is dichtbevolkt. Een klimaatcalamiteit treft al snel een grote groep. Maar ook in de agrarische gebieden die dunner bevolkt zijn, is de maatschappelijke en economische impact groot als het weer zich extremer gaat gedragen dan waarin is geinvesteerd.

Klimaatfenomenen kwantitatief doorgronden

Op tijd investeren in de juiste preventiemaatregelen en op tijd de bakens bijzetten om waar dat kan met de veranderingen te werken in plaats van er tegenin vraagt van alle betrokkenen een goed begrip van klimaatfenomenen.

Waterloop, wateroverlast en wanneer regen te lang uitblijft droogte overlast en hittestress zijn de fenomenen die mensen in principe wel kennen en ook herkennen. Maar een adequaat kwantitatief inzicht in deze fenomenen is er vaak niet. Wetropolis wil bijdragen aan een beter kwantitatief begrip. Zodat mensen kunnen begrijpen waarom wel in het ene en niet in het andere te investeren, waarom wel voor het  ene maar niet voor het andere risico te verzekeren.

Outreach via musea

Wetropolis kan een hands-on begrip kweken van fenomenen als grondwater, afwatering, de effecten van hevige regenval in de bebouwde omgeving en de maatregelen die individuen en gemeenschap daarin kunnen nemen. Naast letterlijk fysieke modellen zijn er ook mengvormen waarmee begrip goed kan worden gestimuleerd.

Een bezoek aan Museumfabriek is een hands on ervaring. Doordat bezoekers zelf aan de knoppen mogen zitten neemt hun begrip van en enthousiasme voor techniekfenomenen toe. foto: Museumfabriek

Lesprogramma’s

Wetropolis bouwt aan versterking van de kennis bij scholieren en hun docenten van nieuwe klimaat en waterloopinzichten.

De maatregelen in het programma Ruimte voor de Rivier kunnen als voorloper van het huidige Deltaplan Klimaatadaptatie worden beschouwd. Een hierop gebaseerd lespakket voor middelbaar onderwijs werd in 2016 voor scholen binnen de Vereniging NLT opgeleverd. 

Er is binnen het onderwijs veel belangstelling voor een uitbreiding van deze lespakketten met meer aanschouwelijke lesonderdelen over waterloop, waterkering, en duurzaam waterbeheer in een veranderend kimaat. Wetropolis maakt deze curriculumontwikkeling mogelijk met fysieke modellen die geschikt zijn voor projectonderwijs op middelbaar en mogelijk primair onderwijs. Aan de hand van de situatie rond Zwolle wordt nu een module ontwikkeld voor NLT onderwijs, deze kan daarna toegepast worden op diverse andere locaties.

Illustratie van de stroomgebieden van de grote rivieren, de Nederlandse situatie, onderdeel van het lespakket Ruimte voor de rivier. Bron: Rijkswaterstaat

Participatie van Burgerwetenschappers en Citizen Science

Voor een goed geinformeerd en geequipeerde maatschappij is het bevorderen van de onderzoekende houding bij een breed publiek wenselijk.

Onder de noemer burgerwetenschappers en citizen sensing worden kleinschalig al ervaringen opgedaan met de kracht van groepssamenwerking. De kwaliteit van (zwem)water kon in Amsterdam worden gemeten door een actief panel van burgeronderzoekers. Ze hadden zelf een belang om te weten of het water veilig is om in te zwemmen.

Zo verwacht het Wetropolis consortium ook toenemende belangstelling voor grondwater en “gronduitdroging” fenomenen. De overstromingen door slechte afwatering en verzakkingen door uitdroging zijn al snel zeer kostbaar voor elke huiseigenaar. Als we beter weten welke risico’s de huizen in onze omgeving lopen, dan is er ook meer draagvlak voor preventieve maatregelen. De crux van de samenwerking ligt in de “wisdom of the crowds” veel aanvullende metingen kunnen een beeldscherpte leveren die verder gaat dan mogelijk is met centraal bekostigde meetsystemen.

Binnen het Wetropolis consortium wordt dit onderzocht door de partners Saxion, UT Design Lab en ITC, gebruik makend van de technische expertise van Kitt en Hochschule NRW

In de proef met burgerwetenschappers willen consortiumpartners alle leeftijden betrekken. foto: Museumfabriek

Besluitvorming versnellen

Tenslotte wil Wetropolis eerder vroeger dan later de stap maken van het praten over naar het praten met beleidsmakers.

De veranderingen in Ruimtelijke wetgeving enerzijds en het appel op gemeenten om te komen tot betrouwbare stress tests en klimaatadaptatiemaatregelen zijn twee kanten van dezelfde medaille: beleid kan niet meer enkel vanuit de centrale overheid worden georganiseerd en bekostigd.

Er is plaatselijk meer maatwerk en meer samenwerking nodig. In de media verschijnen de eerste prognoses hoe kwetsbaar woningen kunnen zijn voor extreme neerslag. Om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de risico’s, beleidskeuzes en preventiemaatregelen, zal het noodzakelijk zijn dat verbanden goed begrepen worden en informatie goed toegankelijk is. Vanuit de ruimtelijke wetenschappen bestaat veel kennis over het vormgeven van beleidsdialogen. Soms is innovatieve technologie noodzakelijk om de dialoog te ondersteunen, soms ligt de nadruk vooral op de human factor. Te vaak blijven besluitvormingstrajecten stroperig.

De tijd om tot een ruimtelijk ontwerpbesluit te komen is thans gemiddeld 867 dagen. (bron: Ruimtelijke Plannen.nl, Analyse Nobis)

In de inzet van fysieke modellen als “praatmodel” (conversation piece c.q. “boundary object”) moeten ze de kwaliteiten in zich verenigen dat ze stevig zijn in hun functioneren en in het modelleren van de beoogde fenomenen, maar tegelijk moeten zij tastbaar zijn in de meest letterlijke zin van het woord.

Alleen wanneer mensen zelf voeling kunnen hebben met het verband tussen oorzaak en gevolg wordt het gemakkelijker om complexe fenomenen te begrijpen en met scenario’s en beleidsalternatieven te spelen.

Wijze van probleembenadering en de rol die geo-informatie daarbij kan spelen (Georgiadou en Reckien 2018)

Alle activiteiten die aan de daadwerkelijke beleidsondersteuning vooraf gaan, bereiden hierop voor:

  • De bruikbaarheid en aanschouwelijkheid komt aan bod in de vormgeving van objecten.
  • De soundness en geschiktheid van modellen staat centraal in de onderwijscurriculum ontwikkeling.
  • De uitbreidbaarheid en malleability staat centraal in de burgerwetenschappelijke experimenten die we plannen.

Deze elementen gecombineerd moeten leiden tot een goed bruikbare dialoogondersteuning.

Deze illustratie van ENR uit 1993 laat de diversiteit zien in belangen die stakeholders aan tafel kunnen hebben. Om die belangen te verzoenen is inzicht in de werkelijke fenomenen het meest belangrijk.

<–