Om collega’s binnen het ministerie te laten nadenken over de mogelijkheden van interactiviteit heeft Rene Kortekaas (SSCI afdeling PUIK, MinVenJ) een reeks demonstrators ontwikkeld. Op de eerste dag van het Innovatiecongres What’s Next?! van VenJ werd de interactieve zandbak getoond. Deelnemers kunnen het zandlandschap vormgeven en aanpassen. De lager gelegen delen staan onder water en met de gespreide hand boven het model. kunnen ze het virtueel laten regenen. Direct wordt zichtbaar hoe het water zou stromen over het gecreëerde landschap.
Nature over Citizen Science
Citizen science wordt steeds belangrijker voor beleidsmakers en wetenschappers. Door samen te werken bij metingen en waarnemingen ontstaan nieuwe mogelijkheden om problemen en vraagstukken die veel meetgegevens vereisen te objectiveren. Vanzelfsprekend is van belang dat goede methoden en technieken worden toegepast om van deze kansen te benutten. In Nature wordt de casus toegelicht van luchtkwaliteitsmetingen in Antwerpen. Professor Filip Meysman licht toe dat het “Curieuze Neuzen” project tijd en aandacht vroeg omdat deelnemers moesten worden geboeid en gemotiveerd om deel te nemen. Maar de resultaten hebben door het grote draagvlak meer impact.
Een geologische excursie naar het Voortman-Amelink in Enschede
Op 11 oktober gaf Rogier Brussee een geologie excursie aan leerlingen van groep 7 van Basisschool de Menkotoren. Vlakbij deze school ligt het landgoed Amelink. Hier is een sleuf gegraven waar je die geologiegeschiedenis van Enschede kunt zien.
Leerlingen namen monsters van de verschillende bodemlagen die ze terug op school verder onderzochten. De keileem in Enschede verklaart de hoge grondwaterspiegel met alle problemen voor afwatering na hevige regenval.
LEGO modellen testen in waterbak
Jonge festivalbezoekers werden uitgedaagd om hun eigen waterloopmodel te bouwen in LEGO. In de waterbak werd getest hoeveel water de modellen konden verstouwen voordat er overstromingen te zien waren.
In 2015 liet Atkins Engineering leerlingen nadenken over oplossingen voor overstromingsrisico’s op basis van een waterloopmodel voor Oxford. Bekijk het filmpje.
Volgens het procede van de vorige blog kan het hoogteprofiel in LEGO ook op LIDAR data worden ontwikkeld. Dit werd gepresenteerd tijdens het Makers Festival Twente.
Waterloop modellen op basis van LIDAR data
Om een groot oppervlak getrouw te modelleren komt satellietdata van pas. Rolling Hills heeft goede ervaringen met de inzet van LIDAR data voor nauwkeurige hoogteprofielen voor waterlopen. Een interessant detail bij de toepassing van deze milimeter nauwkeurige hoogteprofielen is de mogelijkheid om bodemdalingen te meten en prognosticeren. Bodemdalingen worden een onderdeel van de stresstesten die gemeenten moeten uitvoeren in het kader van het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie.
Het model van de IJssel bij Gorssel is gefreesd op basis van de Actuele Hoogtekaart Nederland. Middels siliconen afdruktechniek kunnen de hoogteprofielen worden in ingezet voor experimenteel en educatief gebruik.
Het LEGO model van Gorssel werd in dit verband ontwikkeld, waarbij een “legoficator” werd ingezet om de daadwerkelijke hoogtes af te beelden op de hoogtes die met LEGO blokjes kunnen worden gebouwd. Zie de vorige blog.
Wetropolis R&D plan
Wetropolis rationale
Mensen moeten om met elkaar in dialoog te zijn begrijpen dat ze over hetzelfde spreken. Wanneer vakexpertise noodzakelijk is voor een zuivere dialoog, zal die alleen nog plaatsvinden tussen peers onderling. Hieraan kleven verschillende gevaren. De experts kunnen “schaakblind” raken en belangrijke zaken die niet tot hun expertise behoren over het hoofd zien. En daarnaast en daardoor kan het vertrouwen in vakexperts afkalven.
Goed beleid is dus altijd breed gedragen beleid. Het is transparant en vatbaar voor kritiek. Voor vakexperts houdt deze beleidsuitdaging toenemend in dat zij moeten investeren in “outreach”, in het begrijpelijk maken van hun expertise voor het brede publiek. Niet alleen omdat het publiek daardoor beter geïnformeerd wordt, maar ook opdat de experts opnieuw in dialoog raken met het publiek.
Wetropolis is precies vanuit die outreach gedachte op gang gekomen. In 2015 gestart als een initiatief om met fysieke modellen de kloof te overbruggen tussen klimaatwetenschappers en burgers in het begrip van extreme neerslagomstandigheden, zijn kennis en technieken nu op het niveau om na de denken over outreach voorbij de “proof of concept”.
Klimaatadaptatie maatregelen bespreken
Wetropolis heeft als doelstelling om in Nederlandse gemeenten de stakeholders te ondersteunen in de beleidsdialoog over klimaatadaptatie. Die dialoog wordt toenemend belangrijk doordat weersomstandigheden sneller onvoorspelbaarder worden en combinatieeffecten vaker optreden met grotere gevolgen.
Nederland is dichtbevolkt. Een klimaatcalamiteit treft al snel een grote groep. Maar ook in de agrarische gebieden die dunner bevolkt zijn, is de maatschappelijke en economische impact groot als weer zich extremer gaat gedragen dan waarin is geinvesteerd.
Op tijd investeren in de juiste preventiemaatregelen en op tijd de bakens bijzetten om waar dat kan met de veranderingen te werken in plaats van er tegenin vraagt van alle burgers een goed begrip van klimaatfenomenen.
Klimaatfenomenen kwantitatief doorgronden
Waterloop, wateroverlast en wanneer regen te lang uitblijft droogte overlast en hittestress zijn de fenomenen die mensen in principe wel kennen en ook herkennen. Maar een adequaat kwantitatief inzicht in deze fenomenen is er vaak niet. Wetropolis wil bijdragen aan een beter kwantitatief begrip. Zodat mensen kunnen begrijpen waarom wel in het ene en niet in het andere te investeren, waarom wel voor het ene maar niet voor het andere risico te verzekeren.
Outreach via musea
Wetropolis begint bij de basis, de outreach aan het brede publiek van techniekmusea. Kunnen we een handson begrip kweken van fenomenen als grondwater, afwatering, de effecten van hevige regenval in de bebouwde omgeving en de maatregelen die individuen en gemeenschap daarin kunnen nemen.
Naast letterlijk fysieke modellen zijn er ook mengvormen waarmee begrip goed kan worden gestimuleerd. Consortiumpartners Museumfabriek en 100%FAT hebben inmiddels een ruime ervaring in de inzet van augmented reality om tentoonstellingen te verlevendigen in toenemend interactief te maken.
Lesprogramma’s
Vanuit deze initiele outreach naar een breed publiek bouwt Wetropolis aan versterking van de kennis bij scholieren en hun docenten van nieuwe klimaat en waterloopinzichten. De maatregelen in het programma Ruimte voor de Rivier kunnen als voorloper van het huidige Deltaplan Klimaatadaptatie worden beschouwd. Een hierop gebaseerd lespakket voor middelbaar onderwijs werd in 2016 voor scholen binnen de Vereniging NLT opgeleverd.
Er is binnen het onderwijs veel belangstelling voor een uitbreiding van deze lespakketten met meer aanschouwelijke lesonderdelen over waterloop, waterkering, en duurzaam waterbeheer in een veranderend kimaat. Wetropolis wil deze curriculumontwikkeling mogelijk maken met fysieke modellen die geschikt zijn voor projectonderwijs op middelbaar en mogelijk primair onderwijs.
Participatie van Burgerwetenschappers
De volgende stap op weg naar een goed geinformeerd en geequipeerde maatschappij is het bevorderen van de onderzoekende houding bij een breed publiek. Onder de noemer burgerwetenschappers en citizen sensing worden kleinschalig al ervaringen opgedaan met de kracht van groepssamenwerking. De kwaliteit van (zwem)water kon in Amsterdam worden gemeten door een actief panel van burgeronderzoekers. Ze hadden zelf een belang om te weten of het water veilig is om in te zwemmen. Zo verwacht het Wetropolis consortium ook toenemende belangstelling voor grondwater en “gronduitdroging” fenomenen. De overstromingen door slechte afwatering en verzakkingen door uitdroging zijn al snel zeer kostbaar voor elke huiseigenaar. Als we beter weten welke risico’s de huizen in onze omgeving lopen, dan is er ook meer draagvlak voor preventieve maatregelen. De crux van de samenwerking ligt in de “wisdom of the crowds” veel aanvullende metingen kunnen een beeldscherpte leveren die verder gaat dan mogelijk is met centraal bekostigde meetsystemen. Dit wil het Wetropolis consortium onderzoeken met de expertise van partners Saxion, UT Design Lab en ITC.
De partners voeren met steun van Stichting Twenty47 inmiddels de eerste pilot uit.
Besluitvorming versnellen
Tenslotte wil Wetropolis eerder vroeger dan later de stap maken van het praten over naar het praten met beleidsmakers. De veranderingen in Ruimtelijke wetgeving enerzijds en het appel op gemeenten om te komen tot betrouwbare stress tests en klimaatadaptatiemaatregelen zijn twee kanten van dezelfde medaille: beleid kan niet meer enkel vanuit de centrale overheid worden georganiseerd en bekostigd. Er is plaatselijk meer maatwerk en meer samenwerking nodig. In de media verschijnen de eerste prognoses hoe kwetsbaar woningen kunnen zijn voor extreme neerslag. Om een nauwkeuriger beeld te krijgen van de risico’s, beleidskeuzes en preventiemaatregelen, zal het noodzakelijk zijn dat verbanden goed begrepen worden en informatie goed toegankelijk is. Vanuit de ruimtelijke wetenschappen bestaat veel kennis over het vormgeven van beleidsdialogen. Soms is innovatieve technologie noodzakelijk om de dialoog te ondersteunen, soms ligt de nadruk vooral op de human factor. Te vaak blijven besluitvormingstrajecten stroperig.
In de inzet van fysieke modellen als conversation piece c.q. “boundary object” is sprake van allebei. Zij moeten de kwaliteiten in zich verenigen dat ze “sound” zijn in hun functioneren en in het modelleren van de beoogde fenomenen, maar tegelijk moeten zij tastbaar zijn in de meest letterlijke zin van het woord. Alleen wanneer mensen zelf voeling kunnen hebben met het verband tussen oorzaak en gevolg wordt het gemakkelijker om complexe fenomenen te begrijpen en met scenario’s en beleidsalternatieven te spelen.
Alle activiteiten die aan de daadwerkelijke beleidsondersteuning vooraf gaan, bereiden wel hierop voor. De bruikbaarheid en aanschouwelijkheid komt nadrukkelijk aan bod in de vormgeving van tentoonstellingsobjecten. De soundness en geschiktheid van modellen staat centraal in de onderwijscurriculum ontwikkeling. De uitbreidbaarheid en malleability staat centraal in de burgerwetenschappelijke experimenten die we plannen. En deze elementen gecombineerd moeten leiden tot een goed bruikbare dialoogondersteuning.
Als die hoosbuien komen, blijft het dan droog in je huis?
Hulpmiddelen uit het Kennisportaal Ruimtelijke Adaptatie
Vijfde Maker Festival Twente
Het vijfde Maker Festival Twente in de week van 23 – 27 mei omvatte activiteiten in Almelo, Hengelo en Enschede. Na Play & Learn dagen tijdens de schoolweek vond in het weekeinde de algemene Maker Faire in Enschede plaats. Tijdens beide evenementen experimenteerden Wetropolis partners met het aanschouwelijk maken van waterloop met fysieke modellen.
Tijdens de weekdagen participeerden leerlingen. In de weekeinden namen ook jongere bezoekers deel. Onder begeleiding bouwden de deelnemers aan rivierlopen van LEGO. Wout Zweers en zijn team van Wow-lab begeleidden het proces. De leerlingen moeten de toevoer van het water sturen en hebben daarvoor pompen en dammetjes maar ook eenvoudige materialen als zand.
Over de workshops, de Mini Maker Faire en de Maker Faire verschenen toelichtingen in het Almelo’s Weekblad en Tubantia.
De Staat van ons Water 2017 gepubliceerd
Op 18 mei werd het beleidsrapport De Staat van ons Water 2017 gepubliceerd. In dit rapport staat een overzicht van mijlpalen in het Nationale Waterplan voor de periode 2016-2021. In 2019 wordt de Nationale Adaptatiestrategie geëvalueerd.